Koelen: De hammen moeten goed worden doorgekoeld, vooral wanneer de hammen wanneer de hammen zo worden ingekocht(minstens 1 nacht bij 1˚C).
Uitsnijden: Voorzichtig uitbenen van de hele ham wordt het spierstuk(nootham) met spekrand en knieschijf uitgesneden, vervolgens kantgesneden, zodat een courant model mootje achterhesp ontstaat.
Koelen: De kantgesneden nootjes achterhesp 24 uur doorkoelen bij 1 á 2˚C.
Inwrijven: De nootjes met nitrietpekelzout inwrijven en 24 uur in een pekelbak opslaan in de pekelcel. Van 6˚C.
Pekelen: De nootjes worden nu onder de legpekel van 20˚Bé gezet. Om de nootjes onder de pekel te houden kan men gebruik maken van een kunststof rek.
Pekeltijd: voor nootjes van normale afmetingen van 1,5 tot 2 kg ± 6 dagen pekeltijd. Het is aan te bevelen tijdens de pekeltijd de pekel op sterkte te controleren deze moet 20˚Bé blijven. Vuistregel; pekeltijd 1 dag per cm doorsnede.
Rijpen: Na de pekeltijd laat men de nootjes 6 dagen rijpen bij 6 tot 8˚C in de pekelcel, om een goede aromaverdeling en zoutverdeling te krijgen. Om sterke uitdroging te voorkomen is afdekken met plastic folie aan te bevelen.
Ontzouten: Na de rijpingstijd worden de nootjes ontzouten. Om het overtollige zout van de buitenlaag te verminderen worden de nootjes gedurende 3 tot 4 uur in koud stromend water gelegd. Daarna kort – 5 minuten – in water van 50˚C leggen en eventueel afwassen. Het water van 50˚C bevordert de kleur in de buitenrand.
Drogen: Vervolgens de nootjes ophangen en voordrogen, enige uren, tot ze winddroog zijn .
Wikkelen: Na het droogproces kan men de nootjes wikkelen.Dit is een precies en nauwkeurig werk en moet netjes uitgevoerd worden.
Roken: De nootjes koud roken bij 18 tot 20˚C tot de gewenste kleur is bereikt.
Nadrogen: De nootjes enige dagen nadrogen bij 15 tot 20˚C en een relatieve vochtigheid van 80%.Wanneer de nootje achterhesp de vereiste stevigheid hebben verkregen, kan men ze om verder gewichtsverlies te voorkomen vacuüm verpakken.