Braad het vlees (zonder saus) met kruiden (peper en zout) in een voorverwarmde oven in een braadslede of op een rooster, totdat de kerntemperatuur 70˚C is. (De tijd is afhankelijk van de dikte van het vlees.) Weeg de ingrediënten af. Smelt de boter in een pan, voeg bloem toe; laat de roux niet kleuren. Gaar deze roux in ca. 5 minuten op een laag vuur. Voeg de koude bouillon toe, daarna de tomatenpuree, de suiker en peper en zout. Breng dit aan de kook, voeg alle overige gesneden groentegarnituur toe. Laat alles 5 minuten op een laag vuur garen. Daarna snel terugkoelen.
Leg het gebraden vlees in (magnetron –en ovenbestendig) bakje, schep de koude saus er zo over, dat het vlees nog zichtbaar is.
Schuif het bakje in een braadzak en sluit deze met de bijbehorende sluiting goed af.
Verwarm de braadzak in een oven met stoom op een temperatuur van 110˚C, totdat de kerntemperatuur van de saus 82˚C is. (steek een thermometer door de zak om de kerntemperatuur te meten)
Plaats de braadzakken in kratjes in de koelcel en koel ze snel mogelijk terug, als het kan via geforceerde koeling. Presenteer dit kant-en-klaar gerecht in de toonbank met aanduiding van product. Goed gekoeld is het 2 tot 3 dagen houdbaar. Presenteer bij dit gerecht gekookte rijst of gebakken aardappeltjes of aardappelpuree met bijpassende groenten. Het bakje in oven of magnetron plaatsen en verhitten volgens de gebruiksaanwijzing voor oven of magnetron. Het gerecht moet door en door verhit worden.