Bakkerstaal - A
Het bakkersvak kent tal van specifieke benamingen voor de verschillende werkzaamheden. Op deze pagina laat Versinspiratie je kennis maken met een aantal van deze begrippen.
Aanzetten
Gebak en taartranden decoreren met een randje van vers gebrande nootjes en suiker.
Abrikoteren
Abrikoteren betekent dat je het gebak bestrijkt met een laagje warme jam. Je geeft daarmee het gebak een mooie glans, een extra lekkere smaak en het gebak blijft langer vers.
Afdekken met afdekgelei
Het aanbrengen van hete afdekgelei op gebak om uitdrogen te voorkomen. Het geeft daarnaast een mooie glans en voorkomt verkleuring van verse vruchten. Het bestaat uit gelatine, suiker en vruchtensap of water.
Amandelbeslag
Beslag volgens de koude methode met als toevoeging amandelspijs.
Anglaise
Doorhaaleiwit. Het wordt gebruikt om ragoutgerechten door te halen zodat het paneermeel beter blijft plakken.
Appareil
Het woord is afkomstig van het Franse woord systeem en betreft een mengsel van losgeroerde eieren en/of dooiers, melk en/of room en een smaakstof. Appareil wordt gebruikt bij de bereiding van sommige puddingen.
Arabasque
Een gespoten chocoladegarnering waarmee in één keer een taartoppervlak kan worden gedecoreerd/ gegarneerd.
Arabische gom
Bind en verdikkingsmiddel, die aan algen en wieren en aan sommige bomen kunnen worden onttrokken. Met name het sap van accaciaplanten is hiervoor geschikt.
Aspartaam
Aspartaam is een kunstmatige zoetstof die ongeveer 200 maal zo zoet is als suiker. Door deze grote zoetkracht en de lage energetische waarde voor het lichaam wordt het vooral gebruikt in zoete lightproducten als frisdranken en andere voedingsmiddelen die koud bereid worden. Bij een warme bereiding boven de kamertemperatuur verliest aspartaam haar zoetheid. .
Assiette
Franse benaming voor een antieke schotel, kleine schotel, een schotel van een servies of een tafelbord.