Linzen: lekker & kleurrijk

Linzen: lekker & kleurrijk

Peulvruchten zijn hot. Kikkererwten, bruine witte en kidneybonen doen het als ‘superfood’ supergoed in Nederland. Linzen daarentegen zijn relatief onbekend. Dat is jammer, want ze geven kleur aan je bord en vormen de basis voor lekkere verwarmende gerechten. 

Archeologische vondsten wijzen erop dat linzen voor het eerst al in de prehistorie in Zuidoost Azië werden gekweekt. Aan het einde van de eerste eeuw na Christus bereikten ze India, waar er ‘dal’ (of daal/ dahl), een pittig gekruid linzengerecht, mee werd gemaakt. In India is dal zowel de naam voor linzen als voor het gerecht waarvan ze het hoofdbestanddeel vormen. Het woord komt uit het Sanskriet, en betekent 'splitsen, breken, openen'. Er zijn meer dan 60 varianten dal, want iedere streek kent zijn eigen recept.

Kleurrijk

Enkelvoudige linzen zijn de zaden van een éénjarige, kruidachtige plant. In Europa zijn vooral de groene linzen, zonder schil, bekend. Er zijn ook zwarte, gele, rode, oranje, bruine en witgespikkelde linzen. Van oudsher zijn ze een belangrijke alternatieve bron van eiwitten voor wie geen vlees wil (of kan) eten. Ze zijn zéér rijk aan foliumzuur en kalium. Ook bevatten ze veel fosfor, ijzer en vitamine B1 en B6.

Bewaren

Het begrip ‘peulvruchten’ omvat zowel de planten die eetbare zaden produceren, als de plantenfamilie en de zaden zelf. Deze grote familie telt meer dan 600 soorten en 13.000 ondersoorten. Gedroogde peulvruchten zijn eindeloos lang houdbaar, maar de smaak gaat op den duur wel achteruit. Kies altijd onbeschadigde peulvruchten met een gave, helder gekleurde schil. Bewaar ze op een koele, donkere plaats in een luchtdicht afgesloten bus en probeer ze binnen een halfjaar te gebruiken. 

Recepten

Hieronder hebben wij drie recepten uitgezocht met linzen, geniet ervan!

Beeld: © Snowbelle/Shutterstock.com