Men hakt en mengt 1 pond hard mager varkensvleesch met ¼ pond versch ruggen –of buikspek, voegt er drie eieren aan toe, zout, fijne peper, fijne gewone kruiden, een weinig citroenschil en ¼ pond fijn gewreven beschuit of geroosterd brood. Uit deze massa maakt men ronde, aardappelgroote balletjes, drukt deze een beetje plat uit, doopt ze in een geslagen ei en wrijft ze vervolgens met beschuit in; men braadt ze vijf minuten in boter. Men kan ze op verschillende manieren op tafel brengen o.a. met boerenkool, rodekool, spinazie enz.
Vlees van pezen, zenen, stempels, kraakbeen, bloederige vleesdelen en zwoerd ontdoen en in eigrote stukken snijden. In platte bakken afgedekt met een folie, in de koelcel plaatsen bij 0˚C. Zorg voor ruimte tussen de bakken zodat de lucht er goed tussen kan circuleren. Het vlees kan ook licht aangevroren worden.
Het gekoelde of licht aangevroren vlees eerst door de 10-mm plaat draaien. Dan kruiden, hulpstoffen, zout, geraspte citroenschil, beschuitpaneermeel eieren er doorheen mengen (eventueel met de mengmachine), maar niet te lang. Daarna de massa door de 5 mm plaat draaien en kort namengen tot er een goede binding is (te lang mengen geeft een stug product).
Maak met een ijsknijper balletjes van ± 100 gram, druk ze een beetje plat, (brisaletsmodel), haal ze door opgeklopt ei of doorhaaleiwit en rol ze vervolgens door het beschuitpaneermeel.
Breng dit product op een zwarte schaal in de toonbank en laat uitkomen dat dit gebaseerd is op een recept uit 1918. Geef ook dit braadadvies mee: verhit boter in een koekenpan of braadpan tot het schuim wegtrekt. Braad de brisalets rondom bruin; keer ze tussen twee lepels. Leg het deksel op de schuin op de pan. Laat de brisalets in 15 minuten gaar worden. Keer ze nu en dan. Neem de brisalets uit de pan. Roer een scheutje water en desgewenst wat tomatenpuree of mosterd door de jus en laat de jus heel even koken. Serveren met gekookte aardappelen met diverse soorten gekookte groenten zoals boerenkool, rodekool of spinazie, e.d.