In mediterrane keukens weet men er wel raad mee, maar autochtone Nederlanders eten opvallend weinig lam. Een van de redenen daarvoor is een hardnekkig vooroordeel, namelijk dat het vlees erg vet zou zijn en een sterke, penetrante geur zou hebben. Ik kan je uit eigen ervaring vertellen dat larie is. Mits je echt lamsvlees koopt.
Echt lamsvlees, dat wil zeggen vlees van lammeren die niet ouder zijn dan pakweg acht, negen maanden, is juist erg mager en ruikt in de verste verte niet naar schapenstal. Pas als de dieren ouder worden en geslachtsrijp zijn, gaan ze vet ontwikkelen en wordt de smaak sterker. Zuiglam is het mildst van smaak en dus heel geschikt voor debuterende lamseters. Een zuiglam is een lammetje dat nog bij zijn moeder drinkt en drie tot vier maanden oud is. Daarna heet datzelfde dier weidelam. Mits deze lammeren lekker buiten mogen grazen en niet onnatuurlijk veel krachtvoer krijgen, is hun vlees mals en smakelijk. Een prima alternatief voor dat van hun loeiende collega’s in het aangrenzende weiland.
Was de tuinkruiden en hak ze heel fijn, maak de knoflook schoon en hak deze ook heel fijn. Meng het broodkruim met de peterselie, tijm, basilicum en de knoflook in een platte schaal. Klop het ei met een garde los met de mosterd. Kwast de buitenkant in met het eimengsel en dip ze daarna in het broodkruim/kruiden mengsel. Zorg dat ze een mooie dikke korst krijgen. Leg de lamsraks met de gecoate kant boven in een braadslede of ovenvaste braadpan en schuif ze in de oven.
Voorverwarmde oven van 190°C. Laat het vlees in 20-30 minuten rosé bakken. Je kunt dat controleren door een van de racks een klein beetje in te snijden tussen de botjes. Leg de racks op een schaal, dek af met aluminiumfolie en laat ze 5 – 10 minuten rusten voor het serveren. Serveer hierbij verse groeten van het seizoen heerlijk glas witte wijn.
Beeld: ©stockcreations/Shutterstock.com