29-november-2016 | Door: Kiki Stender
De Jacht in Nederland

De Jacht in Nederland

In Nederland is de jacht aan strenge regels gebonden. Om deel te mogen nemen aan het jachtbedrijf is het noodzakelijke  basiskennis op te doen. Elke Nederlandse jager zal om in het bezit te komen van een jachtakte de basiscursus Jacht en Faunabeheer met succes moeten afleggen. Het hebben van dit jachtdiploma is een van de drie vereisten voor de aanvraag jachtakte. (jachtdiploma, bewijs om te kunnen jagen, WA-verzekeringsbewijs)

De jachtakte wordt uitgereikt door de politie die de aanvrager op zijn merites kan beoordelen. De jachtakte wordt jaarlijks verstrekt. De politie geeft de aktes alleen af onder strikte voorwaarden. De politie heeft het recht van controles en zal ook bij huisbezoek verifiëren of de wapens deugdelijk zijn opgeslagen (aanwezigheid wapenkluis ).

4 soorten wild

In Nederland kennen we eigenlijk vier soorten bejaagbaar wild. De Flora- en faunawet kent de volgende verdeling: klein wild: haas, fazant en patrijs; waterwild: wilde eend; overig wild: houtduif en konijn; grofwild: geen soorten. Op wild mag alleen worden gejaagd in de geopende tijd. Alle andere soorten en wild in gesloten tijd mogen alleen worden gedood in het kader van beheer/schadebestrijding op basis van vrijstelling, aanwijzing of ontheffing. In de volksmond worden alle dieren die worden bejaagd als ‘wild’ aangeduid. In Nederland valt het grofwild niet onder de vrij bejaagbare diersoorten. Onder grofwild worden in Nederland de  volgende diersoorten verstaan; Het edelhert, het damhert, het ree en het wilde zwijn.

Vergunningen

Al deze wildsoorten worden op basis van specifieke vergunningen,  uitgegeven door Gedeputeerde Staten van de Provincie, bejaagd. Ten grondslag aan deze vergunningen liggen opgestelde grofwildbeheerplannen waarbij o.a. gekeken wordt naar de aanwezige wildstand, het draagvlak van het biotoop waar deze dieren leven en natuurlijk niet in het minst naar het schadeaspect dat deze diersoorten in het aanwezige habitat kunnen veroorzaken. Vertegenwoordigers van de natuurorganisaties, het ministerie van landbouw en de jagers beoordelen deze beheerplannen en adviseren G.S. tot afgifte van de geadviseerde vergunningen. Aan deze vergunningen zijn de wildmerken, de zogenaamde loodjes, gekoppeld. De vergunningen worden verstrekt aan de terreinbeheerders of -eigenaren en deze kunnen en mogen de vergunningen doorschrijven naar de uiteindelijk jagende partij. Na het schot worden de zgn. loodjes (wildmerken)  aan het dier bevestigd. Transport van gedode dieren zonder deze “loodjes” is niet toegestaan. Stroperij wordt hierdoor bemoeilijkt.

Wordt de beslissing genomen om in bepaalde gebieden afschot vrij te geven, dan komt de gediplomeerde jager pas om de hoek kijken.
In tegenstelling tot het zogenaamde klein wild wordt het grofwild met de kogel geschoten. De in/uitwerking van de kogel is vele malen groter dan die van de kleinere hagelkorrel. Het bezoedelen en beschadigen van de wildbraad heeft een veel groter impact.


De laatste jaren is er een duidelijke toename van jagers die een specialistische grofwildbeheercursus hebben gevolgd. Steeds vaker wordt er ook door de terrein beherende instanties als  Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, provinciale landschappen, naar gevraagd. 
In Nederland wordt een groot deel van het geschoten wild gebruikt voor eigen consumptie. De laatste jaren is de vraag naar biologisch vlees sterk vergroot. Ook het aanbod aan natuurlijk vlees is door het goede beheer drastisch toegenomen. In de praktijk wordt veel van het geschoten vlees afgenomen door de private vleeshandel.

Gekwalificeerd Persoon (GP)

Om te komen tot een betere kwaliteit van de wildbraad en te kunnen voldoen aan de Algemene Levensmiddelenverordening en de bijbehorende Verordeningen met de hygiene voorschriften is de cursus Wild hygiëne in het leven geroepen. Per 1 januari 2008 is mede gesteund door Brusselse initiatieven in Nederland een wetgeving tot stand gekomen die de Nederlandse jager verplicht het wild te beoordelen, zowel voor als na het schot!

De cursus Wild hygiëne geeft bij succes de jager het predicaat “gekwalificeerd persoon” (GP) en geeft deze aansluitend het recht het geschoten wild aan een eerste onderzoek te onderwerpen. De jager beoordeelt dan zelf of het geschoten dier geschikt is voor consumptie. Hij kijkt naar:

•    De algehele conditie van het dier.
•    De kwaliteit van de ingewanden.
•    De staat van de organen.

Het resultaat van zijn bevindingen legt de GP vast in een Verklaring eerste onderzoek. De sector ( jager, poelier, groothandel) is duidelijk een voorstander van deze aanpak.  De voedselveiligheid en ,door het werk van de gekwalificeerde persoon, is ook de voedsel hygiëne hiermede duidelijk verbeterd. Wanneer geen bijzondere afwijkingen aanwezig zijn die de volksgezondheid in gevaar kunnen brengen kan het dier eventueel verkocht worden. 

Ontweiden

Het  geschoten wild moet binnen het uur ontweid worden. De ingewanden en de organen worden dan uit het dier verwijderd. Bij mannelijke dieren wordt de kop van de romp gescheiden. Hiermede wordt de trofee veiliggesteld ( de horens). Na het ontweiden wordt het dier opgehangen aan de achterlopers (poten) teneinde het bloed uit het karkas te laten lopen. Hiermede wordt bezoedeling voorkomen. In de meest voorkomende gevallen blijven de ingewanden achter in de natuur. Indien de organen niet door de kogelinslag beschadigd zijn zoals hart, lever, nieren en soms pens dan worden deze vaak ter consumptie meegenomen.

De koeling

Tot slot moet het dier zo snel mogelijk de koeling in. Daar moet het terug gekoeld worden naar een kerntemperatuur van maximaal 7°C. Beter nog is het vlees op een temperatuur van 0 – 2 °C te brengen. Het kan dan tussen de 14 dagen en 4 weken hangen om te besterven. Dat is nodig omdat het de kwaliteit en de smaak duidelijk ten goede komt. Te vers wild is namelijk veel te stug om lekker te zijn. Door het besterven ontstaat een bepaalde bacterie-ontwikkeling die de vermalsing en smaakontwikkeling bevordert. De typische wildsmaak krijgt daardoor de overhand. Het vlees mag echter niet bederven. Dus te lang is niet wenselijk. 

Foto: Missouri Depatment of ConservationKlik hier voor meer informatie over de jacht
Met dank aan Ing. L. Kwak: jager en Gekwalificeerd Persoon.

Terug naar boven