27-februari-2016 | Door: Kiki Stender
Spreekwoorden en gezegden van slagers

Spreekwoorden en gezegden van slagers

Wanneer je, zoals de makers van Versinspiratie, steeds bezig bent met het schrijven over vlees, vleeswaren en alles wat daarmee samenhangt dan loop je al snel tegen de meest leuke, gekke en soms vreemde en onbekende spreekwoorden en uitdrukkingen aan. Een reden te meer om die te vermelden. Vooral ook omdat in de aan Versinspiratie gerichte mails deze zinsneden nogal eens worden gebruikt. 

■ Het zal me worst wezen. Het maakt voor mij geen enkel verschil.

■ Iemand een worst voorhouden. Een persoon een voordeeltje in het vooruitzicht stellen om hem of haar te bewegen ergens mee akkoord te gaan.

■ Je moet een hond niet om een worst sturen. Maak de verleiding niet al te groot.

■ Met een metworst naar een zij spek gooien. Iets wat niet al te waardevol is opofferen om juist iets waardevols terug te krijgen.

■ Hansworst. Een onhandige clown.

■ Vis noch vlees. Een oplossing die voor niemand voldoet.

■ Geen zitvlees hebben. Een uitdrukking om aan te geven dat de bedoelde persoon heel ongedurig is en niet stil kan zitten

■ Of je worst lust. De uitdrukking wordt gebruikt als antwoord wanneer iemand je niet heeft verstaan en met een vragend gezicht zegt: "Wat!?"

■ Je kunt hem met een bloedworst de hals afsnijden. Hij is dom, een sukkel.

■ Een rib uit mijn lijf. Een te dure aanschaf doen.

■ Wie worst eet of een weduwe trouwt, weet niet wat er in is gedouwd. Je kunt niet van alle details op de hoogte zijn.

■ Beter altijd rapen aan eigen dis, dan elders vlees en vis. Men is nergens zo gelukkig als thuis.

■ Met het bijltje gehakt hebben. Ergens veel ervaring mee hebben.

■ Vieze varkens worden niet vet. Je moet niet al te kieskeurig zijn want dat levert niets op.

■ Daar is vlees in de kuip. Gebruikt om aan te geven dat het op de bewuste plaats goed is.

■ Verlangen naar de vleespotten van Egypte. Zo wordt aangegeven dat men terug verlangt naar de welvaart van vroeger.

■ Iets op de lever hebben. Iets willen uiten, dat je heel erg dwars zit en dat gezegd moet worden.

■ De kat op het spek binden. Iemand in de verleiding brengen.

■ Praten als een kip zonder kop. Ondoordacht praten

■ Dat is hem een doorn in het vlees. Iets waaraan hij of zij zich verschrikkelijk ergert.

■ Dat hangt aan elkaar als gehakt stro. Dat heeft geen enkel verband met elkaar.

■ De weg van alle vlees gaan. Een uitdrukking die aan geeft dat het sterven nabij is.

■ Dun snijden is het behoud van de worst. Doordat je zuinig bent verval je niet tot armoe.

■ Zijn eigen vlees of bloed. De manier om aan te geven dat je te maken hebt met de eigen familie (kinderen).

■ Willen weten welk vlees je in de kuip hebt. Door deze benadering geef je aan eerst te willen weten wie je voor je hebt.

■ Op zijn tandvlees lopen. Je laatste krachten verbruiken. De totale uitputting nabij zijn.

■ De geest is gewillig maar het vlees is zwak. Men is wel van goede wil maar de dierlijke instincten winnen het toch.

■ Een aangeklede boterham. Een dik besmeerde boterham met veel beleg.

■ Gestuurd vlees smaakt niet. Een man en een vrouw moet je niet aan elkaar willen koppelen.

■ Het vlees onder de pekel houden. Veel alcohol drinken.

■ Geen vlees zonder been. Alles heeft altijd wel één gebrek.

■ Paardenvlees gegeten hebben. Erg wild en/of woelig zijn.

■ Het is er zo veilig als vlees in een hondenhok. De bedoelde plaats is volledig onveilig.

■ De houten ham komt daar op tafel. Ze moeten krom liggen en toch nog hun stand ophouden.

■ Waar gehakt wordt vallen spaanders. Als ergens gewerkt wort worden er ook fouten gemaakt.

■ Hij heeft liever het vlees dan de botten. Hij kiest wat hem beter uitkomt.

■ Beter een luis in de pot dan helemaal geen vlees. Je moet tevreden zijn met wat je hebt.

Terug naar boven