09-oktober-2017 | Door: Gerhard Kwak
Voedingswaarde van vis

Voedingswaarde van vis

Vis eten is heel gezond vanwege de hoge concentratie goede voedingsstoffen. Vooral vette vissoorten zoals zalm, haring, tonijn, paling, makreel, en sardines, hebben een positief effect op de gezondheid. Wanneer je 1 - 2 keer per week vis eet wordt, volgens de experts, het risico op hart- en vaatziekten behoorlijk verkleind evenals de kans op diabetisch. Er zijn ook aanwijzingen dat het eten van Omega-3 vetzuren de kans op dementie verlaagt. Daarbij past vis prima in een caloriearme voeding omdat het visvlees vaak weinig vet bevat. Daarnaast verhogen de aanwezige onverzadigde vetten het goede cholesterol (HDL). "Zo gezond als een vis", is dus een spreekwoord dat niets teveel zegt. Op deze pagina een overzicht van de in vis aanwezige voedingsstoffen. 

Eiwit

Vis levert viseiwit welke zeer licht verteerbaar is en van hoge biologische waarde is. Eiwitten worden ook wel de bouwstenen van het lichaam genoemd. Eiwitten zijn opgebouwd uit de elementen koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof. Ze zijn noodzakelijk voor de groei, herstel en instandhouding van lichaamscellen en weefsels en ze zijn een noodzakelijk bestanddeel van bloed, enzymen en hormonen.

Omega 3
Er is aangetoond dat omega 3 vetzuren, langketenige onverzadigde vetzuren, essentiële nutriënten zijn voor de mens. Dit betekent dat de mens deze stoffen niet zelf aan kan maken. Door de voedselketen komen de omega-3-vetzuren in (vooral vette) vis en schelpdieren terecht. Aanbevolen wordt om vetten in het dieet te vervangen door omega 3 vetzuren. Dus door bijvoorbeeld 1 of 2 keer per week vis in plaats van vlees te eten. Om de hoeveelheid omega 3 vetzuren toe te laten nemen is het meestal voldoende om 2 gram per dag extra te eten. Dus bijvoorbeeld door 100 tot 300 gram vis, met een hoog gehalte aan deze vetzuren, per week te eten. Voor sommige mensen zijn supplementen geschikt. Bijvoorbeeld voor mensen die geen vis kunnen of willen eten. Deze vetzuren hebben invloed op de bloeddruk, ontstekingsziekten en de functies van de bloedplaatjes. Ook hebben ze invloed op het cholesterolgehalte van het bloed. En hiermee een positieve invloed op hart- en vaatziekten.

Jodium
Vis is vooral een belangrijke bron van jodium. Jodium is nodig om de schildklier goed te laten werken. Er zijn maar weinig voedingsmiddelen die zorgen voor de aanvoer van dat mineraal. Dit spoorelement is een bouwsteen van de schildklierhormonen. Deze hormonen zijn noodzakelijk voor de groei, ontwikkeling van het zenuwstelsel en het op peil houden van de ruststofwisseling en de hartfunctie. Jodium komt in kleine hoeveelheden voor in levensmiddelen. Het zit met name in zeevis, schaal- en schelpdieren, vlees, broodproducten en een beetje in melkproducten. Omdat er in het verleden vaak tekorten ontstonden aan jodium is het verplicht gesteld om jodium bevattend zout te gebruiken in brood.

Vitamines
Vis zit boordevol vitamines als vitamine A, D en B12 in vis, waarbij vitamine A en D vooral in vette vis zitten.  

  • Vitamine A is belangrijk voor de ogen, een gezonde huid, de groei en de weerstand.
  • Vitamine D zorgt voor stevige botten en tanden en speelt ook een rol bij de ontwikkeling en het functioneren van de hersenen en het voorkomen van een depressie. 
  • Vitamine B12 is nodig voor de aanmaak van rode bloedcellen en voor een goede werking van het zenuwstelsel.

Vetten
Het onderwerp vetten staat wereldwijd al jarenlang op onderzoeksprogramma’s van diverse universiteiten en instituten. Wetenschappers hebben bijvoorbeeld vastgesteld dat, als ze bewoners van verschillende Europese landen vergelijken, er minder sterfte door hart- en vaatziekten is als de voeding weinig verzadigd vet bevat. 
Zo is bijvoorbeeld al lang bekend dat onder Eskimo’s in Groenland en in de bevolking Japan het probleem van hart en- vaatziekten in verhouding maar gering is. Het is ook bekend dat Eskimo’s en Japanners grote viseters zijn. Nederlands onderzoek toonde aan dat een kleine hoeveelheid vis bescherming biedt tegen de sterfte aan hartziekten. De onderzoekers leggen een relatie met de sterk onverzadigde vetten die in vis voorkomen. 
Van recente datum zijn de ontdekkingen dat de vetten in vis zouden helpen om de kans te verkleinen dat suikerziekte (diabetes mellitus) of dementie ontstaat. Uit onderzoek onder ouderen blijkt dat degenen die regelmatig vis aten, minder kans hadden om diabeet te worden. Dat geldt trouwens niet alleen voor Nederlanders. Eerder ontdekten onderzoekers al dat onder Eskimo’s, grote viseters, diabetes mellitus maar weinig voorkomt 
Haring, makreel, zalm, paling, sprot en heilbot zijn voorbeelden van vette vissoorten. Ze bevatten de gunstige, sterk onverzadigde vetten. Dit onverzadigde vet werkt zelfs cholesterolverlagend. 
Kabeljauw, schol, schelvis, koolvis en bijvoorbeeld (tong)schar zijn vissen die weinig vet bevatten. Als u ze met vet bereidt, kies dan olie of bak- en braadvetten die rijk zijn aan onverzadigde vetten. Het lage vetgehalte van veel vissen maakt ook dat ze in verhouding maar weinig calorieën/kjoules leveren. 
Handig voor wie let op zijn lichaamsgewicht.

Mineralen
Mineralen (zoals bij ijzer en calcium) zijn onder andere nodig voor een juiste samenstelling van het bloed en voor stevige botten. Visproducten zijn rijk aan mineralen.

Calcium
Vis als onderdeel van een gevarieerde maaltijd draagt bij aan het calcium voorziening.

IJzer
Vis als onderdeel van een gevarieerde maaltijd draagt bij aan het calcium voorziening.

Bron: onbekend

Terug naar boven