23-juni-2017 | Door: Gerhard Kwak
Beroepsvisserij

Beroepsvisserij

Wanneer we spreken over het vissen als beroepsuitoefening dan hebben we het in grote lijnen over de zeevisserij, de kustvisserij en de binnenvisserij. Elk vorm van vissen heeft zijn eigen do’s en dont’s. Het vissen bestaat al sinds we ons kunnen herinneren en is niet weg te denken wanneer we het hebben over het eten van vis. Want dat is het hoofddoel. Voedselvoorziening. Daarnaast worden onderdelen van gevangen vis ook voor andere doeleinden gebruikt. Bijvoorbeeld bij de productie van bijvoorbeeld vislijm. Daarvoor worden de visblazen gebruikt. Daaruit halen ze ook een soort collageen die wordt gebruikt als klaringsmiddel om bier en wijn helderder te maken of om perkament te lijmen. Ook kunnen visschubben gebruikt worden in de cosmetica-industrie. Het stofje pearlescense is een zilverachtige glimmende substantie in de schubben die gebruikt wordt voor het bereiken van een mooie glans. Kortom vis biedt mogelijkheden voldoende voor een bloeiende industrie.

De vissers vertrekken vanuit verschillende havens en varen dan onder Nederlandse vlag. Vissershavens zijn vaak havens die bij verschillende woonplaatsen vanuit de historie zijn ontstaan en meestal alleen door visserijschepen worden gebruikt. Deze havens hebben een eigen code die wettelijk is voorgeschreven. Ze zijn dan verplicht met deze eigen code te varen die bestaat uit een afkorting van de plaats waar ze oorspronkelijk vandaan komen en een volgnummer. Veel vissersplaatsen worden niet meer als zodanig gebruikt, maar de afkorting wordt echter nog steeds gevoerd.

De belangrijkste nog bestaande havens zijn: Arnemuiden, Breskens, Bruinisse, Bunschoten-Spakenburg, Enkhuizen, Finsterwolde, Genemuiden, Goedereede, Goes, Harlingen,  Den Helder, Hindelopen, Harderwijk, Hoorn, Hontenisse, Ijmuiden, Kortgene, Klundert, Katwijk, Lemmer, Medemblik, Middenschouwen, Nieuw Beijerland, Ouddorp, Scheveningen, Stellendam, Stavoren, Termunten, Terschelling, Tholen, Texel, Urk, Usquert, Volendam, Vlaardingen, Vlieland, Workum, Westdongeradeel, Wonseradeel, Wieringen, Westerschouwen, Yerseke, Zoutkamp en Zierikzee.

De Nederlandse vissers vissen hoofdzakelijk op tong, schol, kabeljauw. Haring, wijting, garnalen enz. Natuurlijk zijn er wel andere soorten waarop wordt gevist. Denk maar eens aan walvissen, vroeger waren Nederlanders heel beroemde walvisvaarders, haaien, roggen en dolfijnen. Gelukkig is het vangen van deze soorten wereldwijd vrijwel overal verboden. Daarnaast vangen we ook nog schaal- en scheldieren, weekdieren en halen we verder nog algen en wieren uit het water. Een steeds belangrijker aspect van de zeevisserij is het kweken van vis de zogenaamde ‘aquacultuur’.

Indelingen

Het vangen van vis is op verschillende manieren in te delen:

  • De visserij is te verdelen in een commerciële tak en in de recreatieve tak. Voor de sportvisserij zijn voldoende websites aanwezig op het net. Vers-inspiratie beperkt zich tot de commerciële visvangst. Deze kun je weer verdelen in met als doel het aanleveren van de industrie of vissen voor de voedselvoorziening van de bevolking.
  • Daarnaast kun je kijken naar de omgeving waarin de vis leeft: in zout-, brak, en zoet water.
  • Je kunt ook kijken naar de plaats waar de vis wordt gevangen. Op volle zee, langs de kust en in de binnenwateren.
  • Verder kunt je zelfs spreken van de manieren waarop vis wordt gevangen. Het vistuig dus.
Terug naar boven