E-nummers
Veilige toevoegingen (additieven) aan producten krijgen van de overheid een speciale code; een E-nummer. Het is een garantie dat de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) de stoffen gecontroleerd heeft en veilig vindt. Voorbeelden daarvan zijn kleurstoffen, smaakversterkers en conserveermiddelen.
Consumenten denken vaak dat E-nummers enge stoffen zijn, afkomstig uit laboratoria waar ze in elkaar 'geknutseld' worden. Dat gaat niet altijd op want verschillende E-nummers komen van nature gewoon in ons voedsel voor. Ze verwijzen naar toegevoegde hulpstoffen die er onder andere voor zorgen dat de smaak behouden blijft, de producten er mooier uit zien en het eten minder snel bederft. Ondanks al het onderzoek is er veel nog niet bekend en het onderzoek gaat dus volop door want niet alle E-nummers zijn onomstreden en er komen steeds weer nieuwe inzichten. E-nummers worden in verschillende groepen onderverdeeld. Op deze pagina staan alleen de groepen vermeld met een beknopte omschrijving. Klik op de rode link voor aanvullende informatie.
E 100 - E 199 | Kleurstoffen
De groep kleurstoffen waarmee het voedsel wordt gekleurd. Ze geven een product een smakelijke kleur, worden gebruikt voor versiereffecten (suikerwerk) en kunnen producten hun eigen specifieke kleur weer teruggeven na kleurveranderingen door bereidingsprocessen. Ze kunnen bestaan uit:
• natuurlijke kleurstoffen als caroteen uit wortelen en bietenrood uit bieten.
• synthetische (kunstmatig vervaardigde) stoffen.
Voorbeeld: E 160c / capsanthine = oranje kleurstof uit paprika gewonnen
E 200 - E 299 | Conserveermiddelen en ondersteunende stoffen, voedingszuren
Conserveermiddelen verlengen de levensduur van een product en doden micro-organismen als schimmels en bacteriën. Voedingszuren hebben onder andere een conserverende werking en maken een smaak frisser en zuurder.
Voorbeeld: E250 / natriumnitriet = natuurlijk product dat wordt gebruikt om de kleur van vleeswaren te behouden
E 300 - E 399 | Anti-oxydanten en voedingszuren
Anti-oxydanten gaan (bruin)verkleuringen in vlees en het ranzig worden van vet en olie tegen. Ze remmen tevens de reactie van zuurstof op vlees en vleeswaren. Voedingszuren hebben onder andere een conserverende werking en maken een smaak frisser en zuurder.
Voorbeelden: E300 / ascorbinezuur = is een natuurlijke stof (vitamine C) en E330 = citroenzuur
E 400 - E 499 | Emulgatoren, verdikkingsmiddelen, geleermiddelen en stabilisatoren
Emulgatoren maken het mogelijk dat water- en vetdruppeltjes samen gebonden worden zoals bijvoorbeeld in margarine en sauzen. Verdikkings-, geleermiddelen en stabilisatoren verdikken voedingsmiddelen en worden toegepast om water te binden in vleeswaren.
Voorbeeld: E415 / xantaangom = een verdikkingsmiddel
E500 - E 619 | Zuurteregelaars, antiklontermiddelen en rijsmiddelen
Zuurteregelaars regelen en handhaven de natuurlijke zuurgraad o.a. in rookworst. Antiklontermiddelen voorkomen dat bijvoorbeeld zout gaat klonteren. Rijsmiddelen laten een product rijzen zonder gebruik te maken van gist.
E 621 - E 640 | Smaakversterkers
Door het stimuleren van de smaakpapillen wordt een bepaalde smaak versterkt. Heel bekend is de ve-tsin uit de Chinese keuken. Ze kunnen voorkomen in vleeswaren en maaltijden.
Voorbeelden: E621 / mononatriumglutaminaat = ve-tsin.
E 900 - E930 | Glansmiddelen, meelverbeteraars en anti-schuimmiddelen
Deze producten komen in de slagerij nauwelijks voor. Behalve wanneer gebruik wordt gemaakt van brooddeeg waarin meelverbeteraars aanwezig kunnen zijn.
Verpakkingsgassen
E-nummers voor gassen die gebruikt worden bij het voorverpakken van vlees en vleeswaren.
Voorbeeld: E948 / zuurstof