Stop de kreeften in een plastic zak en leg ze 2 uur in de vriezer (dit schijnt de minst pijnlijke manier te zijn om ze te doden).
Maak de barbecue 20-30 minuten van tevoren aan, zodat de kooltjes mooi gaan gloeien.
Breng een grote pan met water aan de kook, voeg het zout toe en laat de kreeften erin zakken. Kook ze 4 minuten voor. Haal ze eruit en leg ze in een bak met ijswater, zodat ze niet verder garen.
Snijd de kreeften met een groot, scherp mes overlangs doormidden. Kraak de scharen alvast voor met een kreeftenschaar, maar laat die wel om het vlees zitten.
Kwast de snijvlakken van de kreeft lichtjes in met gesmolten boter en leg ze op het karkas op de barbecue. Grill ze 5 minuten, keer ze en grill nog een minuut of 3 op de vleeskant.
Meng de citroenrasp, een paar druppels citroensap, een snuf zout, peper en de kervel en dragon door de rest van de gesmolten boter.
Keer de kreeften opnieuw, zodat ze met hun karkas op het barbecuerooster liggen en kwast het kreeftenvlees royaal in met de kruidenboter. Laat ze zo nog ongeveer 3 minuten garen.
Serveer de kreeften met de rest van de kruidenboter in een kommetje erbij.
Recept uit boek: De Bijbel van de Nederlandse keuken
Beeld: ©Saskia Lelieveld