Kerstwens
Sinterklaas en zijn pieten zijn het land uit: dat is traditioneel hét signaal om massaal in de kerststress te schieten.
In folders, recepten- knutsel- en woonbladen zie ik vrolijke familiegezelschappen, intiem gearrangeerd rondom prachtig opgetuigde kerstbomen en perfect gedekte tafels. Romantische sfeerverlichting beschijnt de gelukkige gezichten van opa’s, oma’s en kinderen. Een vrouw met gezellige rendierovenwanten aan, draagt een brandschone witte schaal waarop een perfect gebraden kalkoen prijkt. Ze lacht breed. En vooral heel ontspannen; alsof het voor haar de gewoonste zaak van de wereld is een culinair hoogstaand diner te bereiden voor een groot gezelschap. Jaloezie welt in mij op. Het enige voordeel dáárvan is dat dit een heel groene emotie is. Groen is duurzaam. Maar ik wil deze duurzame emotie niet.
Mijn werkelijkheid contrasteert hevig met dit beeld. De cadeautjes die ik in gedachten had voor mijn gasten blijken boven afgesproken budget, niet meer in het assortiment, toch niet zo mooi. De winkels zijn te druk. En iedereen wil opeens verse cranberry’s, reebiefstuk, mascarpone, lange vingers, waterkers, garnalen. Een deel van mijn boodschappenlijst blijkt al uitverkocht.
Bij de voorbereidingen en het koken zelf, is de oven te klein. Er dienen zich grote Conflicterende Belangen aan en er ontstaat een file van gerechten. Een moet garen, een ander wil een krokant korstje en de derde moet warm gehouden worden. In de kamer vang ik flarden op van een ruzie tussen neefjes en nichten, in mijn panty zit een ladder. Mijn jurk wordt gelukkig beschermd door een degelijk keukenschort.
Lieve versondernemer, help de consument (en mij) alstublieft! Want slechts een handjevol Nederlanders kan de culinaire hoogstandjes die we volgens kerstprotocol moeten leveren, werkelijk aan. Help ons consumenten met de meest malse kant-en-klare kalkoen, de lekkerste stoofpotjes en met degelijke bereidingsadviezen. En kunnen jullie dan ook die bizarre extra ingrediënten er gelijk bijleveren? Het zou me zo gelukkig maken.