Daar gaan we weer…
We balanceren op een wankel evenwicht: tussen de zware maatregelen die nodig zijn om het virus te beteugelen (mede om de zorg te ontlasten), en wat de maatschappij kan dragen. Er wordt nogal wat van ons gevraagd: Veerkracht. Flexibiliteit. Solidariteit en teamgeest. En tja: je kunt hoog of laag springen; om het hoofd boven water te houden, moeten we vooral niet bij de pakken gaan neerzitten. Vallen, opstaan en weer doorgaan.
Met bovenstaande terminologie denk ik trouwens liever aan sporten dan aan een crisis: aan turnen, zwemmen en atletiek, want daar word ik vrolijk van. Vooral aan die laatste. Want hardlopen is voor mij, jullie weten het, één van mijn grootste liefdes. Hoe gaan we nu weer de narigheid en de teleurstellingen verwerken? (dág hardlooptrainingen en samen lol maken, dag theaterbezoek en daaraan voorafgaand een etentje met vrienden…) Zoveel onzekerheid in het verschiet (hoe blijven we gezond?). Om mijn zinnen te verzetten, trek ik mijn hardloopschoenen aan voor een rondje bos.
Op de kleine paadjes tussen de bomen zuig ik mijn longen vol frisse lucht. Het ruikt er aards en herfstig. Her en der steken knalrode witgestipte vliegenzwammen parmantig hun hoedje boven het gebladerte uit. Ik spot het kleverig koraalzwammetje. En even verderop, daar onderaan die oude eik, een biefstukzwam! Die kan je eten, weet ik. Ik zie mezelf al in de keuken staan en de paddenstoel bakken. Als ik hem doorsnijd, bloedt hij als een rund. De textuur is dooraderd, rood en sappig, de smaak lichtzuur. Maar stel dat ik me vergis? Mijn fantasie slaat op hol. Naar adem snakkend kronkel ik in gedachten met kramp in mijn buik over de keukenvloer. Doe maar niet. Dan hoor ik geritsel. Ik kijk op en zie, flexibel en veerkrachtig, tussen de bomen door, een reebokje wegspringen.
Het is weer gelukt! Mijn inspiratie staat áán. Straks ga ik naar mijn groenteboer. Ik koop er een spannende mix paddenstoelen. En bij de slager een mooi stukje wild. Hij zal me vertellen hoe ik het moet bereiden.
Als het niet linksom kan, dan maar rechtsom.
Oké, we balanceren. Maar we bewaren, sámen, ook dapper ons evenwicht.
Judith Witte
[email protected]