Bakkerstaal - O
Het bakkersvak kent tal van specifieke benamingen voor de verschillende werkzaamheden. Op deze pagina laat Versinspiratie je kennis maken met een aantal van deze begrippen.
Omeletteschuim
Schroeischuim dat weinig stabiel is en waar er gebruik gemaakt wordt van eidooiers.
Foto: Cuisine Pratique
Onderkneden
Het te kort kneden waardoor het glutennetwerk onvoldoende ontwikkeld is, waardoor ze niet in staat zijn het gevormde koolzuurgas en alcohol vast te houden en structuur te geven aan het deeg.
Ondermelk of flottermelk
Taptemelk, ontroomde melk met bijna geen voedingswaarde meer.
Ongebuilde bloem
Niet gezeefde bloem dus de volledige gemalen tarwekorrel.
Ontzuren
Verhitten in gesmolten boter om zure smaak bij tomaten(puree) te verminderen.
Foto: Passie voor horeca
Opbollen
Deegstuk bolvormig en glad opmaken, de oneffen onderkant van de deegbol wordt het slot van de bol genoemd.
Opkloppen
Snel met een gard lucht in een massa brengen.
Opkoken
Iets opnieuw koken met als doel bederf te voorkomen.
Oploopwarmte
De hoeveelheid warmte die aan het deeg toegevoegd wordt tijdens de bereiding.
Oplossen
Een vaste stof in een vloeistof verdelen, bijvoorbeeld suiker in water laten oplossen.
Opmaken
Producten verder afwerken door het aanbrengen van mooie decoraties als geschreven teksten, roosjes en verschillende randen.
Oproeren
Meerdere grondstoffen op een zodanige wijze roeren dat ze geschikt zijn voor gebruik of verder gebruik.
Foto: Annemieks mijmeringen
Opslag
Volumevermeerdering van een mix uitgedrukt in procent mede door luchtinbreng en het bevriezen van het aanwezige water.
Opstijven
In een koele ruimte de grondstoffen in een deeg gelegenheid geven op elkaar in te werken waardoor een steviger deeg ontstaat.
Oublie
Ronde krokant gebakken en opgerolde wafels. Meestal gebakken met behulp van een wafelijzer. Ook wel 'knippertjes' genoemd.
Foto: Digestief.blogspot
Ovenrijs
Het proces van volume vergroting tijdens het eerste gedeelte van het bakproces van broodproducten.
Overkneden
Het te lang kneden waardoor de glutenstrengen beschadigd worden en vocht loslaten (het deeg wordt pikkerig).
Oxydatie
Het ranzig worden van vetten door afsplitsing van vetzuren onder opname van zuurstof uit de lucht.