Bakkerstaal - F
Het bakkersvak kent tal van specifieke benamingen voor de verschillende werkzaamheden. Op deze pagina laat Versinspiratie je kennis maken met een aantal van deze begrippen.
Fenylethylamine
Stof in chocolade die een gelukzalig gevoel opwekt.
Fermenteren
Broeiproces dat wordt verkregen door een hoge temperatuur en een hoge vochtigheid, dat een reactie veroorzaakt waardoor bijvoorbeeld bij cacaobonen of koffiebonen hun zure geur en bittere smaak verliezen en een donkere kleur krijgen.
Foto: Gastronomixs.blogspot
Feuilleteren
Bladerende werking van producten van getoerde degen tijdens het bakken.
Ficule
Aardappelmeel gewonnen uit aardappels.
Foto: Van Beekum specerijen.
Finger food
Kleine een haps patisserie voor tussendoor (thee of koffie).
Foto: bakkerij Soeteman
Flamber
Boven een vlam houden, afbranden.
Flamberen
Product overgieten met likeur en aansteken voor vlammen te verkrijgen en smaakoverdracht.
Fleuron
Half maantje van bladerdeeg die meestal worden gebruikt als garnering. De smaak is neutraal.
Foto: Kookslaaf
Fonceren
Bekleden van vormen met deeg.
Fond
Bodem van een vorm, onderlaag van deeg.
Foto: De Gouden Deeg Roel. blogspot
Foureren
Het bestrijken en/of vullen van gebak.
Frangipane
Een halffabricaat waarvoor amandelspijs de basis is.
Frapperen
Het koelen van glazen of schalen met behulp van ijs.
Friandises
Kleine, meestal zoete hapjes die bij de koffie of thee geserveerd worden.
Fructose
Fructose of vruchtensuiker, is een enkelvoudige suiker. Fructose komt onder andere voor in zoete vruchten. Fructose wordt veel gebruikt als zoetstof. Het is 2,5 maal zo zoet als glucose en circa 1,7 keer zo zoet als sacharose. Het kan niet als vervanger van gewone suiker worden gebruikt in producten voor diabetici.
Fruits rouges
Veel gebruikte Franse term voor rode vruchten.