Wat eten we in 2050?
Tijdens onze kampeervakantie gaat ons reguliere eetpatroon flink op de schop. Drie weken lang laten we alle luxe achter ons. Weg is het gemak van een keuken met twee ovens, vijf kookpitten, een magnetron, waterkoker, keukenmachine en staafmixer. We behelpen ons met een kleine koelbox, die ons dwingt goed na te denken over onze inkopen. Vooral niet teveel, want verse etenswaren en dranken zijn nauwelijks langer dan een dag te bewaren zonder de voedselveiligheid in gevaar te brengen. We hebben één pit om op te koken, en een barbecuetje. We grillen groenten, vis en vlees (en af en toe per abuis een insect).
De maaltijden die uit onze beperkte buitenkeuken rollen zijn minstens zo verrukkelijk als thuis (álles smaakt goed na een dag wandelen en klimmen over besneeuwde bergtoppen in de Alpen). En ja, we zien onderweg de gevolgen van de klimaatverandering: de verschillen tussen foto’s van toen en nu in berghutten maken dit pijnlijk zichtbaar, de kinderen verbazen zich over de gletsjers die tegen de zon beschermd worden met witte doeken. Toch is de vraag: ‘Wat eten we in 2050?’ geen dag relevant. Ook op deze vakantie draait het alleen om ‘Wat eten we vanavond?’
Een dag na terugkomst, in ons huis vol luxe, dringen de feiten zich op. Ik lees in de krant over het rapport van het klimaatpanel van de VN. Het IPCC stelt dat ‘als we zo doorgaan met het intensieve landgebruik en voedselverspilling, de voedselproductie in 2050 ernstig in gevaar komt’. Ik realiseer me: dan zijn mijn kinderen ongeveer zo oud als ik nu.
Steeds meer mensen raken ervan overtuigd dat landgebruik en voedingsgewoonten wereldwijd op de schop moeten. Hoe precies; daarover wordt flink gediscussieerd. Vermindering van de vleesconsumptie is geen onrealistisch toekomstscenario. De mindset van ‘de Nederlander’ is voelbaar aan het veranderen. Het kán niet anders of dit alles raakt ook u; als mens en/of ondernemer.