Mispel
De mispel (Mespilus Germanica) is een vrucht uit de oude doos die vooral de laatste jaren weer wat aan bekendheid wint. De naam Mespilus komt van de Griekse woorden mesos en spilos die staan voor steenmassa. Germanica staat voor Duitsland omdat men vroeger dacht dat ze daar vandaan kwamen. Van oorsprong komt de boom echter uit het zuidoosten van Europa en het Zuidwesten van Azië. Veel mispels zijn in Nederland vooral aangeplant op boerenerven en buitenplaatsen evenals in kloostertuinen.
De mispel is familie van de appel en de peer. De mispel groeit aan een struik of een kleine boom met doornige takken die pakweg 4,5 meter hoog kan worden. De boom is te vinden in bossen en oude boomgaarden, langs houtwallen en bosranden. De boom bloeit van mei tot juni en in het najaar draagt de mispel kenmerkende bruine vruchten. De boom maakt droge kleine harde goudbruine vruchten gevormd die in oktober rijp zijn. Je kunt ze echter pas eten na de eerst nachtvorst want dan worden de vruchten lekker zacht.
Voedingswaarde per 100 gram
|
Energie |
398 KJ, 95 kcal
0.8 gr 21.3 gr |
Bewaren/bewerken
De beste mispels worden gepukt na de eerste nachtvorst. Daarna moeten ze twee of drie weken gisten of rotten en dan zijn deze lekker eetbaar.
Bewaartips
Als de mispel zacht is, is deze maar een paar dagen te bewaren. De vrucht gaan namelijk gemakkelijk schimmelen en rotten.
Toepassingen
♦ Met suiker bestrooien en dan eten
♦ Verwerken tot jam en/of gelei en desserts
♦ Lekker in fruitsalades
♦ Heel geschikt voor fruitsapjes
♦ Verkrijgbaarheid
| Verkrijgbaarheid | JAN | FEB | MRT | APR | MEI | JUN | JUL | AUG | SEP | OKT | NOV | DEC |
| Van Nederlandse bodem | ♦ | ♦ | ♦ | |||||||||
| Uit het buitenland |