Druiven

Druiven

Druiven zijn vruchten van de wijnstok. Ze zijn rond of ovaal van vorm. De vruchten zijn zoet en groeien voornamelijk in landen en gebieden met een mild tot mediterraan klimaat, zoals rond de Middellandse zee, Australië, Chili, Amerika. Ook in Duitsland groeien ze goed met name op de zuidelijke hellingen langs de Rijn en de Moezel. De laatste jaren worden ze ook in Nederland geteeld. De vruchten groeien aan trossen en worden voor 90% geteeld voor de productie van wijn. Deze soorten zijn niet zo geschikt om te eten. Tafeldruiven wel. Die zijn wat zoeter. Er zijn verschillende kleuren wijn. Afhankelijk van ras en land waar ze geteeld worden. 

Voedingswaarde per 100 gram blauwe druif

Kooptips

Goede druiven zien er onbeschadigd uit en ogen gaaf en fris. De vruchten moeten groot en sappig zijn en vooral een zoete smaak hebben. 

Bewaartips

Je kunt ze enkele dagen bewaren op een koele plek. In de koelkast blijven ze ongeveer een week goed. Dek ze wel af. 

Toepassingen

♦ Uit het handje. 
♦ In de bowl. 
♦ In een vruchtensalade.
♦ Meestoven met vleesgerechten. 
♦ Te gebruiken in gebak.
♦ Als decoratie op gebak, vleesschotels en salades. 

Bereiding

Was druiven in lauw water en laat ze daarna goed uitlekken. Eventueel aanwezige pitjes kun je er gemakkelijk uitwippen wanneer je de vruchtjes doorsnijdt. 

♦ Verkrijgbaarheid