Kokkel

Kokkel

De (gewone) kokkel  is een weekdiersoort met twee kleppen die in zee leeft. Andere namen zijn 'eetbare hartschelp' of 'kokhaan'. Nederland was ooit een belangrijk kokkelland en exporteerde veel naar Spanje en Italië. Sinds 2005 is het vissen op de Waddenzee alleen nog toegestaan met de hand. Met kotters is het verboden. Daardoor is de export sterk verminderd. 

Kokkels zijn wat vaalwit tot lichtbruin van kleur  en hebben een hartvormig model met 25 ribbels. De schelp wordt maximaal 5 cm groot. Het vlees is mager en heeft een verfijnde smaak. Lekkerder en geconcentreerder dan mosselen aldus de kenners. Kokkels zijn verkrijgbaar als diepvriesproduct of geconserveerd. Probeer ze echter vers te bestellen bij de visboer. Dan heb je ze pas echt lekker. Spoel ze wel in ruim water waaraan je een eetlepel bloem toevoegt en drie eetlepels zeezout per liter. Na circa een halve dag is het zand dan uit het binnenste van de kokkel verdwenen. 

Gebruik

• In paella schotels
• Warme kokkels met brood
 

Vangstgebieden FAO

De kokkel wordt gevangen in de gebieden  0 - 27 - 37