Rode zakdoek
Vroeger werd vaak gebruik gemaakt van de ‘rode zakdoek’. Een gebruiksartikel dat voor alles en nog wat goed was. De boeren droegen hem om de hals tijdens het werk op het land en voor slager Kwak uit Winterswijk was het in de zomer een veredelde poetslap waarmee hij ongerechtigheden opveegde en in de winter de handige doek waarmee hij luidruchtig zijn neus snoot. De zakdoeken werden door zijn vrouw keurig gewassen, gestreken en tot een klein vierkant model opgevouwen. Dat paste mooi in de broekzak. Zeker op zondag wanneer er een schone werd gepakt alvorens de slager in zijn zondagse pak naar de kerk wandelde.