Dubbele dreiging voor vispopulaties
Het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan ondergaat extreme hittegolven, met watertemperaturen vergelijkbaar met die van een hottub. Deze opwarming kan wereldwijd visstanden bedreigen, vooral als het aangekondigde El Niño-seizoen in de helft van de oceanen soortgelijke effecten veroorzaakt, aldus MSC.
Door stijgende zeetemperaturen migreren vissen zoals makreel, haring en blauwe wijting noordwaarts naar koelere gebieden, aangezien ze koelere wateren nodig hebben voor reproductie en populatiebehoud. Deze soorten zijn echter cruciaal voor het Noord-Atlantische ecosysteem. Als de opwarming voortduurt, kan hun voortplantingsvermogen verminderen, met grote gevolgen voor de visserij en ecosystemen.
Een aanhoudende politieke impasse tussen belangrijke visserijlanden zoals het VK, Noorwegen en de EU verergert de situatie. Deze onenigheid over visquota, gecombineerd met de gevolgen van klimaatverandering, zet vispopulaties onder druk. Onderzoek toont aan dat hittegolven het aantal Atlantisch-Scandinavische haringen tussen 2005 en 2015 met 40% verminderden. Bovendien is de kabeljauwpopulatie in de Noordzee door overbevissing tot een kritiek punt gedaald, en warmer water bemoeilijkt herstel.
De klimaateffecten hebben ook geleid tot schorsing van MSC-certificaten voor sommige vissoorten. In 2019 had 80% van de Nederlandse visserij een MSC-certificatie, maar dat cijfer is in 2022 gedaald naar 53%. Tegelijkertijd verschijnen in de Noordzee nieuwe soorten zoals pijlinktvis, die momenteel niet gereguleerd worden.
Christien Absil van MSC Benelux benadrukt het cruciale belang van internationale samenwerking voor het behoud van visbestanden. Gezien de huidige ecologische en politieke uitdagingen moeten overheden en industrieën leren van vroegere fouten en duurzame oplossingen nastreven. Bedrijven zoals Fish Tales en Seafarm tonen al initiatief door duurzame keuzes te maken en zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden.