Vesperen
Tegenwoordig hebben we het over het ontbijt, de lunch of brunch en het diner. Vroeger had je deze eetmomenten ook alleen hadden die niet de genoemde namen. Ook hanteerden de boerenbevolking andere tijden waarop de maaltijden plaats vonden. Dat hing met name samen met het werk dat verricht moest worden. En op zondag werd ook rekening gehouden met de kerkdiensten die men bezocht. Men ontbeet vaak voor het melken met een snee brood, na het melken was er vaak een pannenkoek. Rond een uur of tien pakte de boer een bak koffie en tussen de middag at men warm. In de loop van de middag volgde, niet zelden na een uurtje slaap en afhankelijk van het werk dat verricht moest worden een bak thee en om vier uur half vijf volgde het zogenaamde ‘vesperen’. In de avond werd pas gegeten rond 0800-09.00 uur en die maaltijd bestond uit een bord pap.
Het vesperen gebeurde voor het melken en bestond uit een snee brood (stoet) besmeerd met boter of reuzel en niet zelden kaantjes als die aanwezig waren. Vaak werd ook de pannenkoek die van het ochtend eten was overgebleven koud gegeten. Deze werd dan in stukken gesneden en in de karnemelk gedoopt. In de zomer en tijdens de oogst werd meestal op het land gevesperd
Na de tweede Wereldoorlog veranderden de maaltijden en de tijden waarop ze werden gehouden vooral door de wijzigende werktijden. Het Vesperen verdween helemaal.