Bloodbrood
De Nederlandse benaming is 'bloedbrood'. Een worst die oorspronkelijk uit Gelderland stamt. De benaming is vermoedelijk afkomstig van het feit dat er in de worst grof gemalen roggemeel wordt verwerkt waardoor de worst een wat grove 'broodachtige' structuur heeft.
Bloodbrood diende vroeger om 'slachtafval' te verwerken. Vet spek, resten van zwoerd, snippers, varkensbloed en roggemeel worden vermengd. Kaantjes (de uitgebakken resten van varkensvet) worden toegevoegd en de brij wordt op smaak gebracht met zout, soms anijszaad en gemalen kruidnagel. Vroeger werden er ballen van gevormd die vervolgens, vaak in een linnen doek, gegaard werden. Ook werd het deeg wel gestopt in een zakeind (blinde darm van een koe). Tegenwoordig wordt het deeg in papieren of kunstdarmen gestopt en gegaard. Deze oeroude lekkernij bestaat tegenwoordig niet meer uit slachtafvallen, maar uit weliswaar goedkope maar zorgvuldig uitgekozen grondstoffen. De smaak is echter nog net zo als vroeger. Na afkoeling worden van de worst plakken gesneden die gebakken worden. Ze gaan dan op een snee brood of worden geserveerd bij de warme maaltijd in combinatie met bietjes.