Longewos
Voor de longewos, die op de Veluwe ook wel klongelwos werd genoemd werden de longen van een varken gebruikt. Vandaar de vaak wat donkere kleur. Ook ging er wel ander afvalvlees doorheen, als resten van de kop en het hart evenals de snippers die overbleven van het in stukken snijden van het varken na de slacht. De worst bedierf snel en werd dan gasterig (sterk) en kon dus niet lang bewaard worden. De worst ging bij voorkeur in de 'arftensoep'' (erwtensoep) of bij de 'zoerkool' (zuurkool).