Dikke Jennensoep
In de winter at men vroeger ook regelmatig dikke jennensoep. Dikke jennen zijn de bonen van een snijboon die zijn blijven hangen, als ze helemaal droog aan de stok hangen worden de snijbonen geplukt en gedopt. Deze bonen kun je in droge toestand lang bewaren.
Als je de soep wilt koken moet je de bonen een avond van te voren al wellen in ruim water. De volgende dag zet je deze op het vuur en voeg je daar, zout, vleesribbetjes en rookworst aan toe ( de worst na 20 min even uit de pan halen). Als de ribbetjes gaar zijn deze uit de pan halen en van de botten ontdoen, dan gaat er nog gesneden prei, knolselderij en enkele aardappels bij. Dit alles koken tot alles gaar is, dan het vlees en de gesneden worst bij voegen. Het lekkerste is het om het dan de volgende dag te eten, dan is de smaak goed door getrokken